‘Are you survived’ is de vriendelijke vraag die de mevrouw van de lodge ons toewerpt als we ons vroeg in de ochtend aan de receptie melden. Vanuit de lodge maakten zich zorgen over de kampeerders gedurende de zeer heftige regen van vannacht. It rained for more than an hour. En weer horen we dat er 40 mm is gevallen. Het is maar wat je gewend bent… Het regende inderdaad flink vannacht maar als je hier zou vertellen dat het thuis wel een hele dag kan regenen belandt je waarschijnlijk op de brandstapel 🙂 wegens hekserij. Voor namibiaanse begrippen is het inderdaad kleddernat. En dat merken we ook als we onze bergtop afdalen naar de stad. Overal modder en diepe, hele diepe plassen met water. Gelukkig hebben we niet de volledige 180 kilometer last van natte wegen als we letterlijk richting het einde van Namibia rijden. Onderweg doorkruisen we waarschijnlijk tussen de 100 en 200 watercrossings. Soms droog, soms zand, soms modder soms water en soms nog wat meer water. De lage gemiddelde snelheid laat ons optimaal genieten van het landschap en al die kleine Himba nederzettingen. Met enige regelmaat zwaaien we vriendelijk naar de Himba’s en veehoeders die we steeds weer lopend over en langs de weg ontmoeten. Vrijwel altijd krijgen we een gulle lach en een enthousiast zwaaigebaar terug. Voordat we Epupa bereiken bezoeken we nog een Himba dorp.
We parkeren op enige afstand van de kraal waarbinnen deze Himba’s leven en na een handgebaar dat betreden akkoord is stappen we over het hek. We zijn direct in een andere wereld, de wereld van vrijwel niets. Weinig kleding, slechts wat potten en pannen, geiten, koeien, de chief en z’n handlanger, wat hutjes met af en toe een matras. En een groepje Himba vrouwen druk om de geitenmelk uren lang te schudden. Fotograferen is oké maar wel 20 Namibische dollars per persoon. Dat dan weer wel. De meegebrachte zakjes snacks met een verantwoord lokaal maisproduct worden gretig in ontvangst genomen door de vele kleine kinderhandjes. We lopen een rondje, maken foto’s en bekijken deze op het camerascherm samen met de kids. Als we kort na aankomst de wereld van vrijwel niets verlaten zwaait de kindergemeenschap ons vrolijk uit.
Ons camp in Epupa is zo’n stek die je altijd bijblijft. We staan op drie meter van de rivier en hebben zicht op het snelstromende water dat tientallen meters verder in de diepte verdwijnt. De mist van vallend water hangt boven de falls. Bar en ‘restaurant’ hebben zicht op de falls en aan de overkant van de rivier zijn de groene bergen van Angola. Vaak getroffen door grote droogte en hongersnood maar nu al weken in de ban van veel neerslag. En die neerslag voedt de delta’s van het noorden van Namibia wat al te overvloedig. Met grote economische gevolgen voor de regio. Gewassen rotten weg doordat de akkers langere tijd onderwater staan. Dorpen zijn ontruimd en vluchtelingen leven tijdelijk elders en zijn al het schamele bezit kwijtgeraakt.
Vrijwel naast het camp ligt Epupa, ook een Himba camp. De wereld van niets en onze wereldse stek op slechts geringe afstand. Weer zo’n contrast en vandaag letterlijk het contrast van zwart en wit. Als we terugkomen van een voettocht langs de falls bezoeken we de kunstnijverheid van Amelia. Ze is zo vriendelijk dat we de armband die ze wil verkopen niet kunnen weigeren. Na het bezegelen van de deal gaan we samen op de foto. Everybody happy! Great day hier in Epupa.